Slapen op de opvang
Veel samen slapende ouders maken zich zorgen hoe het moet als hun kind naar de opvang moet. De meeste kinderen weten, zelfs heel jong al, heel goed het verschil tussen thuis en de opvang. Met opvang bedoel ik kinderdagverblijf, gastouder, onthaalmoeder, creche en/of oppasopa en oma. Ik zeg de meeste, want elk kind is anders en dit geldt niet voor elk kind.
Ik kan je vertellen hoe wij hiermee om gaan en waarom. Wij geven kaders, daarbinnen kan de opvang zelf kijken wat het beste werkt voor hen en voor ons kind. Ik ben er niet bij en kan dus niet bepalen wat voor die situatie het beste is. Wel hebben we een paar dingen die wij belangrijk vinden: dat er niet (alleen) in slaap gehuild of gezeurd wordt, dat de slaapplek veilig is en dat er geslapen wordt bij vermoeidheidssignalen en niet op de klok. Voor de rest bekeek in ons geval de gastouder of opa en oma het.
Wat bij onze oudste betekende: bij de gastouder boven in een bedje. Daar viel ze gelijk de eerste dag al, in tegenstelling tot thuis, makkelijk, snel en vrolijk in slaap (zingend tot ze stil werd, dan sliep ze). Soms sliep ze beneden in de woonkamer. Ze was, naar mate ze beter kon praten, steeds duidelijker wat haar behoefte was. Bij opa en oma sliep ze tijdens wandelen in de kinderwagen of rijdend in de auto, of toen ze ouder werd en het qua veiligheid kon, bij oma in bed. Inmiddels slaapt ze lang niet altijd meer ’s middags.
Onze jongste sliep de eerste dagen bij de gastouder op schoot (bewust gestart op dagen dat er weinig kindjes waren), en inmiddels voelt hij zich daar veilig genoeg om in een bedje alleen te slapen, ook zonder problemen. Bij opa en oma slaapt hij bij oma en soms opa op schoot (die daarvan genieten zolang hij dat nog doet).
Ik kijk er zo tegen aan: Je kind is het meeste thuis. Stel je werkt fulltime, dan is je kind ongeveer 40 uur in de week bij de opvang, maar nog steeds 128 uur per week thuis. Het zou onlogisch zijn om thuis, waar je kind het meeste is, de situatie vervelender te maken om bij de opvang, waar hij het minste is, de situatie prettiger te maken. Daarbij is het thuis veranderen van de situatie ook op geen enkele manier een garantie dat het op de opvang anders of beter zal gaan. En aangezien ik er op de opvang niet bij ben, laat ik het dus, binnen onze kaders, over aan hen. Ik kies voor de opvang voor mensen die ik vertrouw, dus vertrouw ik ze ook hiermee.
Bij het gastouderbureau zijn wij dus duidelijk geweest wat wij zochten in een gastouder, iemand die een kind echt ziet en wil volgen in de slaapbehoefte (en nog een paar dingen wat betreft voeding en zo, maar dat gaat buiten dit stukje). Als er voor onze kinderen geen fijne, veilige voor hen prettige slaapwijze was gevonden, dan hadden we een andere gastouder gezocht.
Zoals ik aan het begin al zei, voor veel kinderen gaat het heel goed met slapen op de opvang. (Dit baseer ik op de verhalen van samen slapende ouders die ik lees en hoor.) Als er meer kinderen zijn, dan kan het ook goed zijn dat je kind met meerdere kinderen tegelijk op de kamer slaapt en dus ook niet zo alleen is als je vooraf zelf denkt. Er zijn gastouders die zelf ook samen slapen en dus goed mee kunnen denken. Er zijn ook gastouders die baby’s dragen als de ouder dat wil, zodat een baby contact blijft houden en dus geen moment alleen is. Er is naar mijn mening voor elk kind wel een goede, werkbare oplossing te vinden, als je zorgt dat je voor jouw kind de beste opvang gevonden hebt.