Inbakeren

Inbakeren

Inbakeren wordt in Nederland niet aangeraden. Inbakeren kan onveilige situaties met zich meebrengen en wordt in sommige situaties ook sterk afgeraden. Daarnaast zijn de voordelen die inbakeren zou geven vooral veronderstellingen, die nergens overtuigend zijn aangetoond. Inbakeren is dus zeker niet altijd de oplossing voor een probleem en ook niet een natuurlijke behoefte van een kind. (Waar soms gezegd wordt dat een baby ook strak vast zat in een baarmoeder, klopt deze vergelijking niet. De baarmoeder beweegt mee, een baby kan daarin altijd met zijn handjes bij het gezicht en de rest van het lichaam. Bij inbakeren wordt dit een kind ontnomen.)

Wanneer je wilt bedsharen, is inbakeren sterk af te raden. Een kind kan bij inbakeren zijn lichaamstaal minder goed uiten, waardoor je het samenspel tussen moeder en kind belemmert. Juist dat samenspel dat er is bij een borstvoedende moeder en baby, is zeer belangrijk voor de veiligheid als je samen in 1 bed ligt.

Een ander nadeel van het minder goed kunnen uiten van lichaamstaal, is dat een kind minder voedingssignalen laat zien. Aangezien moedermelk en frequent voeden bijdragen aan een betere bescherming tegen wiegendood, verhoog je met inbakeren dus de kans op wiegendood.

Inbakeren is af te raden wanneer:

  • je kind bij jou in bed ligt;
  • een kind koorts heeft;
  • er ziektes of problemen zijn zoals een luchtweginfectie, heupdysplasie of scoliose;
  • er in de afgelopen 24 uur een vaccinatie is gegeven;
  • er slordig of verkeerd ingebakert wordt;
  • het kind kan rollen.

Inbakeren zou altijd onder begeleiding van een arts of het consultatiebureau moeten gebeuren.

Meer informatie: https://www.ncj.nl/dossiers/preventie-wiegendood/vragen-en-informatie/inbakeren